Wie mij kent weet dat ik het al jaren roep in het kader van burnout preventie: “Leef je als een topsporter? Gedraag je dan als een topsporter!”
Afgelopen donderdag werd de link die ik al jaren leg tussen het leven als werkende in onze samenleving en het leven van een topsporter bevestigd door professor Zijlstra tijdens de Alumni Lecture in Eindhoven, georganiseerd door de Universiteit van Maastricht waar ik mijn master in Health, Education and Promotion afrondde in 2016. De slide van professor Zijlstra liet letterlijk de tekst zien: “Work has become top sport”daarbij verwijzend naar een studie van Hoffman en Wegman uit 2018.
Fijn dat de wetenschap nu ook aangeeft dat werken topsport is geworden, alleen wat betekent dat dan voor burnout-incidentie en burnout-preventie?
Hoge inspanning en intensiteit leiden tot een verhoogde adrenaline uitstoot en verhoogde bloeddruk. Dat is kortdurend helemaal niet erg. Sterker nog; we zijn geprogrammeerd via ons DNA om bij een flinke prestatie (topsport….of werk dat veel van ons vraagt) stresshormoon aan te maken, de bloeddruk te verhogen, alsmede de hartslag te verhogen en het vrijmaken van energie te vergroten. Die programmering ligt opgeslagen in ons DNA dat al duizenden en duizenden jaren oud is en ons op die manier altijd heeft geholpen om te overleven in stressvolle situaties zoals de confrontatie met een wild dier, een potentieel gevaarlijk lid van een andere stam, honger of dorst: ons lichaam werd klaargemaakt voor de overlevingsslag want beweging was altijd een noodzakelijk gevolg van de stress in vroeger dagen en daar is de hele stressreactie in ons lijf op gebaseerd. Kortdurend geen enkel probleem.
“Work has become top sport”
Het wordt anders als dit chronisch wordt en iemand in een continue situatie van opwinding of “arousal” verkeert. Een continue productie van stresshormoon met alle begeleidende reacties daarbij, kan leiden tot een gebrek aan vermogen om te ontspannen, ofwel “unwinden”. Overigens is deze situatie in het lichaam onder andere af te meten aan spiegels van stresshormoon en melkzuur in het bloed. De vraag is waarom kan het vermogen aantasten om te “unwinden” of ontspannen en leiden tot onder andere slaapproblemen, lusteloosheid, vermoeidheid en sneller geïrriteerd zijn?
Laten we kijken naar de 3 gevaren van werken op topsportniveau.
1. De schuld ligt bij het werk (en het liefst bij de werkgever)
Ik besef dat ik een knuppel in een hoenderhokje gooi met deze uitspraak en toch doe ik het. Veel mensen die ik heb mogen begeleiden met klachten van hoge werkdruk vonden hun werk hartstikke leuk en deden hun werk met veel plezier en hadden er lol in. Te vaak hebben situaties waarin het gevoel van overvraagd te zijn, geleid tot bijvoorbeeld vermoeidheid, lusteloosheid en slecht slapen. Met als uiteindelijke gevolg afscheid van het werk en de werkgever terwijl dit niet nodig hoefde te zijn.
Vaak is dit het resultaat van begeleiding van de werknemer op weg of in een burn-out waarbij het (veelal bindend) advies van de manager, een externe coach of begeleider is om een andere werkomgeving te zoeken.
De vergelijking is hier: wat was er eerder de kip of het ei?
Oftewel wat was er eerder: de mentale druk, het gevoel van overvraagd worden, een hoge drukbeleving. Of was de fysieke toestand van de medewerker niet meer afgestemd op de vraag van dezelfde werknemer. Dan praten we over veerkracht. En veerkracht is niet alleen een mentale toestand maar ook een fysieke toestand. Om een stressreactie te laten lopen in het lichaam zijn er een scala aan chemische reacties nodig waarvoor allerlei enzymen, vitaminen en mineralen verbruikt worden.
Het is logisch dat wanneer de voorraden van deze stoffen opraken het lichaam signalen afgeeft, ja ook aan het brein, die duiden op een tekort. Een direct gevolg hiervan is dat er gedachten ontstaan die aangeven dat het allemaal ‘te veel’ wordt omdat iets moet veranderen of omdat iets zo niet langer kan.
Een bijkomend gegeven is dat er verbindingen zijn tussen het brein en onze darmen bijvoorbeeld, dus tussen wat we denken en wat er gebeurt in de darmen. En laat het nu zo zijn dat stress voor een onmiddellijke verandering in de darmflora zorgt. Wat is er dan het eerst? En is een mentale aanpak in de vorm van een coach die praat over werkbeleving en ontspanning dan wel voldoende? Het antwoord moge duidelijk zijn.
Meerdere voorbeelden kan ik benoemen van werknemers waar een burn-out bezworen kon worden door acuut actie te ondernemen op de fysieke aspecten die leiden tot oververmoeidheid, lusteloosheid en slaaptekort waardoor de veerkracht toenam en het werk weer leuk gevonden werd en werknemers het ook prima aankonden: werkgever blij met de werknemer die het werk aankan en werknemer blij met het werk! Iedereen blij. Daar doen we het voor.
2. “Ik MOET ontspannen”, ofwel ontspanning forceren
Als het niet lukt om vanzelf te ontspannen is het een natuurlijke reactie om actief te zoeken naar ontspanning. En wat bij velen een bekende manier is om te ontspannen is alcohol. Een glas wijn, biertje, borreltje of welke vorm van alcohol dan ook helpt vaak om in een ontspannen sfeer te komen. Velen van ons kennen dat immers wel; als je een jongen of meisje leuk vindt in de jongere jaren dan is het toch nét even iets gemakkelijker om erop af te stappen na het nuttigen van één of enkele alcoholische versnaperingen. Trouwens ook als we wat ouder worden en graag in contact willen komen met die leuke man of vrouw. Dus alcohol werkt om een stressniveau te verlagen.
Ik kan ze opnoemen die minstens 2 à 3 wodka/jus d’orange nodig hadden om in slaap te komen en dan zo’n 50%-50% gemixt. En als je er maar genoeg van drinkt dan val je ook zeker zo in slaap! In een situatie van langdurige ‘opwinding’ of ‘arousal’ helpt alcohol alleen slechts zolang je nog wakker bent. Vaak wordt je later in de nacht wakker met hartkloppingen of zorgt de alcohol en de belasting daarvan op de lever (die toch al niet in de ontgiftingsstand staat in geval van ‘opwinding’) voor een vermoeide start van de volgende dag. Uiteindelijk geen oplossing dus, hooguit voor het moment van in slaap vallen.
3. Opzoek naar de snelle energie, met tegenovergesteld resultaat
Als je energietekort hebt dan zoek je naar snelle energie en dat is logisch. Je lijf roept immers om energie. Helaas is het zo dat er dan vaak naar de verkeerde energiebronnen wordt gegrepen. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat in de zoektocht naar energie vaak naar snelle suikers en vetten wordt uitgeweken in de vorm van snacks, fastfood en snoep of, misschien nog erger, energiedrankjes met veel fructose en weinig voeding.
Deze keuzes leveren wel calorieën of tijdelijke energie op maar dekken niet de behoefte af aan al die stoffen die het lichaam nodig heeft om de continue staat van ‘opwinding’ of ‘arousal’ af te dekken. Het vult de oprakende reserves of uitgeputte voorraden niet echt aan. Het zorgt juist vaak voor een te veel aan ‘lege’ calorieën in verhouding tot de inspanning en kan daarmee juist bijdragen aan overgewicht terwijl de lust om te sporten of bewegen door het gebrek aan juiste voedingsstoffen juist kan afnemen.
“…alles wat nodig is om in een topconditie te komen en de prestatie te leveren: voeding, beweging, mindset…”
Zijn er nog andere belangrijke factoren of zijn dit de enige drie gevaren?
Er zijn nog meer gevaren zoals niet sporten of bewegen, geen zin hebben in andere vormen van ontspanning, langdurig televisie kijken en libidoverlies. Allen op zich een onderwerp om een vervolgartikel aan te wijden.
Hoe dan weerstand bieden aan de gevaren?
Laten we voor de juiste aanpak dan ook eens kijken naar de topsporter. Wat doet een topsporter en zijn/haar begeleider als eerste om een topprestatie voor te bereiden? Juist, allereerst wordt gekeken naar de huidige conditie van de topsporter en wordt op basis daarvan een plan van aanpak gemaakt.
Zo moet het ook zijn met de topsporter-werkende: de eerste stap is het bepalen van de huidige conditie zowel mentaal als fysiek. Op basis daarvan stel je een plan van aanpak samen met alles wat nodig is om in een topconditie te komen en de prestatie te leveren: voeding, beweging, mindset maar ook ontspanning, supplementen en mentale ondersteuning. Dat is dan ook precies wat de opzet is in de aanpak van mijn Lifestyle Academy: huidige situatie bepalen, plan van aanpak vaststellen met actieplan, uitvoering, evalueren en bijstellen…op alle leefstijlfactoren. Al het andere zou zijn als het schieten met losse flodders: je hoopt dat je iets raakt en dat het een schot in de roos is maar de kans is groot dat het niet zo is.
Wil jij het beste uit jezelf halen en je aanmelden voor mijn Lifestyle Academy? Meld je dan hier aan.